In memoriam prof. dr. J. Douma

UIT OVERTUIGING:

prof. dr. J. Douma (1931-2020)

Op 7 november jl. overleed prof. dr. J. Douma. Onze gebeden stijgen op voor zijn vrouw, kinderen, kleinkinderen en verdere familie. Zij verloren hun geliefde man, lieve papa en opa. Misschien dat je zelfs zou kunnen zeggen, dat ze hem twee keer kwijtraakten: eerst in toenemende mate aan dementie, en vervolgens definitief aan corona. Wij bidden hen van harte de troost en kracht toe van de God die hij tijdens zijn leven zo overtuigd heeft mogen liefhebben en dienen.

Lof

Jochem Douma heeft tijdens zijn leven een belangrijke plek in mogen nemen in het midden van de kerken, en het hoeft dan ook niet te verbazen dat er aandacht werd geschonken aan zijn sterven. Van verschillende kanten klonken er oprechte woorden van lof en dank. Zo stelde zijn opvolger De Bruijne op de website van de Theologische Universiteit in Kampen onder meer: ‘Jochem Douma was zonder twijfel de belangrijkste theoloog in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) sinds Klaas Schilder.’

Voor velen heeft dit vooral te maken met het feit, dat ‘Douma voorop liep bij het doorbreken van het isolement waarin de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) tot in de jaren negentig verkeerden’ (Willem Bouwman in het Nederlands Dagblad van 9 november jl.). ‘Door Jochem Douma zijn de vrijgemaakten weer gewone gereformeerden geworden, met oog voor christenen in andere kerken’, schrijft George Harinck een dag later in een persoonlijk getoonzet artikel in dezelfde krant.

Deels zal dat te maken hebben met het vakgebied dat hem was toebedeeld. Als je studenten ethiek hebt te onderwijzen, dwingt dat je om je blik te laten gaan over allerlei facetten van het leven met en voor de HERE. Ook heb je je te confronteren met wat daar door anderen, binnen en buiten je eigen kerkelijke kring, over is gezegd en ontmoet je daardoor bondgenoten. Douma heeft dit gedaan met een vrijmoedigheid en openheid, die typerend voor hem genoemd kunnen worden.

Verlegenheid

Zoveel lof als er klinkt voor Douma’s optreden tijdens zijn werkzaam leven, zoveel verlegenheid lijkt er te zijn met de kerkelijke overstap die hij maakte na zijn emeritaat. ‘Pijnlijk was het’, stelt Ad de Bruijne op de eerder al genoemde website van de Theologische Universiteit in Kampen, ‘dat Douma met zijn oecumenische hart de vrijgemaakte kerken verliet.’ En: ‘toen de synode de deur naar vrouwelijke ambtsdragers niet duidelijk sloot, trok hij de conclusie dat hij moest gaan.’

Menigeen blijkt (en: blijft) het lastig (te) vinden, om de openheid van de vroegere Douma te verbinden met de overstap van de latere Douma. Tegelijk kan dat aan hemzelf niet liggen, want hij heeft herhaaldelijk en uitvoerig verantwoording afgelegd voor zijn overstap van GKv naar GKN. De laatste keer deed hij dat in zijn autobiografie Onderweg, die in 2019 het licht zag. En wat mij betreft laat die verantwoording aan duidelijkheid ook niets te wensen over: hij zag zich ertoe genoodzaakt.

Uitvoerig beschrijft hij, hoe hij keer op keer bezwaar heeft aangetekend tegen wat hij het ‘verval’ in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt noemt. Maar zonder gehoord te worden. Als hij met anderen een laatste appel doet op de Generale Synode van Ede (2014), kondigt hij in de aanloop naar die synode in een brief aan tachtig adressen aan, dat als er geen wending komt hij uit de GKv zal vertrekken. ‘Ik blijf geen lid van een kerk die steeds duidelijker haar gereformeerde karakter verliest.’

Deze formulering doet denken, aan wat Douma zelf eens geschreven heeft over zijn afscheid van professor J. Kamphuis. Als hij deze collega vlak voor diens sterven opzoekt, zegt hij zich altijd één met hem te hebben gevoeld in de liefde voor de gereformeerde godsdienst. Kamphuis bevestigt dit door nadrukkelijk te verklaren dat alle verschillen niet wegnamen wat hen bond als gereformeerde belijders. Maar wat Douma met Kamphuis verbond, heeft hem uiteindelijk van de GKv gescheiden.

Bescheiden

Het typeert Douma, dat het besluit om de GKv te verlaten hem niet licht is gevallen. Persoonlijk heb ik daar iets van meegekregen, doordat ik één van de medewerkers was van de website gereformeerdblijven.nl. (Ook) nadat er een samenwerking tot stand was gekomen met professor Douma hebben we ons als redactie eindeloos afgevraagd wat ons concreet te doen stond. Blijven of vertrekken? Na lang wikken en wegen heeft Douma ons verteld dat hij met zijn vrouw besloten had om te vertrekken.

Dat besluit kwam er niet zomaar. Maar toen het eenmaal genomen was, was hij ook heel beslist. Zo stond ik er zelf wat anders in: waar Douma vertrok toen de synode van 2014 de deur naar vrouwelijke ambtsdragers niet duidelijk sloot, vertrok ik pas toen de synode van 2017 de deur naar vrouwelijke ambtsdragers duidelijk openzette. Dat zinde Douma aanvankelijk niets, maar toen ik uiteindelijk in 2017 ook naar de GKN vertrok, stond hij vooraan om me te begroeten. Want dat typeerde hem ook.

En nu is hij na 6 jaar GKN overleden. We verliezen in hem een broeder die, zolang hem dat mogelijk was, steeds hartelijk met ons kerkverband heeft meegeleefd. Tot op onze kerkelijke vergadering aan toe. Maar die ons ook bij de presentatie van zijn autobiografie duidelijk heeft voorgehouden, dat we ons als GKN niets verbeelden moeten. Er is alle reden om bescheiden te zijn en te blijven. Maar tegelijk ook dankbaar voor de gereformeerde godsdienst die hij uit overtuiging heeft liefgehad.

dr. A. Bas, Kampen